Insecten
Lieveheersbeestjes
Gelukskever
Lieveheersbeestjes brengen geluk en mooi weer! Dat geloven
heel veel mensen, wereldwijd. De grappige, mooie en ongevaarlijke beestjes
kregen een hele rits bijnamen: kapoentjes, engeltjes, bonte koetjes,
gelukskevers, hemelkoetjes, heiligenkevers, zonnekevers...
Ik ben vies
Voor de weinige vijanden die het op hem
gemunt hebben, kent het lieveheersbeestje een paar handige afweertrucjes. De
felle kleur van het schildje waarschuwt insecteneters: pas op, ik ben vies! Met
een stinkend geel ‘plasje’ schrikken ze vogels soms extra af. Ze rollen ook wel
zogenaamd dood van hun blad af: spoorloos!
Rood met zwarte stippen
Lieveheersbeestjes zijn insecten. De meeste zijn
rood met zwarte stippen, maar gele, oranje en zwarte komen ook veel voor. In
Nederland zie je meestal de zevenstipper, met op elk van de twee dekschildjes
drie en een halve stip.
Hoe oud?
Geven de stippen nou wel of niet aan hoe oud de beestjes
worden? Stel je voor, dan zouden de soorten zonder stippen baby’s blijven. En
die met 22 stippen zouden wel erg oud worden! Nee, de meeste worden maar
ongeveer een jaar oud. Aan de stippen herken je wel de soort.
Mmmm, luizen!
Lieveheersbeestjes overwinteren met
zijn allen op een kluitje, bijvoorbeeld in een boomstronk. In het voorjaar komen
ze weer tevoorschijn. Ze hebben honger! De meeste eten graag bladluizen, wel
honderd per dag. Vooral boeren en tuinders zijn blij als lieveheersbeestjes in
hun boomkwekerijen luizen komen opeten!
Van ei naar pop...
Het vrouwtje legt tegen de zomer piepkleine gele
eitjes onder een plantenblad. Uit de eitjes komen larven. Die eten soms nog meer
bladluizen dan hun ouders! Dan verpoppen ze. Uit de pop komt een volwassen
lieveheersbeestje.
Wist je dit?
• in Nederland zijn er ongeveer vijftig soorten
• ze
hebben onder hun schildjes twee vleugels
• ze kunnen mensen verstaan
(...tenminste, dat geloven ze in Azië!)
• ze kunnen op hetzelfde moment in
meer richtingen kijken
• de mannetjes zijn kleiner dan vrouwtjes
• ze
overwinteren ook wel op koele plaatsen in huis
• er zijn soorten met strepen
in plaats van stippen!
• je kunt ze beter niet als huisdier houden. Bekijk
ze goed en laat ze dan zo snel mogelijk weer vrij
SPINNEN
1.
Paren
Het
mannetje gebruikt palpen om te paren, dat zijn voelsprieten bij zijn mond. Bij
het mannetje zijn die aan de bovenkant verdikt. Als het mannetje een vrouwtje
heeft gezien waar hij wel mee wil paren maakt hij een klein driehoekig web. Uit
zijn achterlijf komt dan sperma,dat legt hij op het webje. Met zijn palpen zuigt
hij dat dan op net zo lang tot zijn palpen vol zitten. Zo gaat hij naar het
vrouwtje. Dan gaan ze paren als het vrouwtje dat ook wil. Het paren gaat zo: het
mannetje steekt één palp in een gaatje in de buik van het vrouwtje, zo pompt hij
het sperma erin als hij daar mee klaar is doet hij precies hetzelfde met de
andere palp.
Hier zie je 2 parende spinnen
2.
Babyspinnen
Spinnen leggen eitjes,
als ze dat dan gaan doen, doen ze dat in een extra dik spinnenweb. Ze leggen
tussen de 100 en 200 eitjes per keer. Die leggen ze allemaal op het web daar
maken ze een grote bol van, dat noemen we een eipakket. Het duurt ongeveer twee
maanden voor dat het eipakket opengaat. Twee weken voordat het opengaat komen de
babyspinnen al uit hun ei maar nog niet uit het eipakket. Ze zijn dan nog wit en
dat betekent dat ze nog geen voedsel nodig hebben.Als na ongeveer twee weken
elke babyspin klaar is om uit het eipakket te komen, knagen ze het eipakket
open.
3.
Opvoeding
Spinnen worden niet
meteen opgevoed. Als ze uit het eipakket komen zien ze hun moeder niet meer
terug, dat is een groot nadeel want veel babyspinnen overleven het daarom niet.
Er zijn veel hagedissen,vogels en andere grote spinnen die babyspinnen heerlijk
vinden. De spin zal nooit uitsterven omdat een spin 12 keer in zijn hele leven
een eipakket legt, dat zijn dus 1200 tot 2400 spinnen per
spinnenleven.
4. Lichaamsbouw
Een spin bestaat uit
twee delen: een kopborststuk en een
achterlijf. Het achterlijf zit met een dun steeltje aan het kopborststuk vast.
Aan het kopborststuk zitten poten, ogen en kaken vast. Ook hebben ze palpen die zitten aan de
mond vast. Daar paren ze niet alleen mee daar voelen ze ook nog mee.
Spinnen hebben acht
poten, het zijn eigenlijk zeven losse
stukjes die met een soort touwtje aan elkaar vast zitten vandaar dat de poten zo
soepel zijn. De poten zijn meestal bedekt met stekels en haren. Daar kunnen ze
mee voelen en ruiken.
5. Vervellen
Spinnen hebben
geen skelet. Hun huid is gemaakt van
chitine, daar zijn onze nagels en haren
ook van gemaakt. Een chitinehuid groeit niet mee dus daarom gaan ze soms
vervellen. Die oude velletjes kun je vaak tussen het gras of in de vensterbank
zien liggen. De nieuwe huid van de spin is iets groter.Je kunt niet zeggen hoe
vaak de spin gaat vervellen dat ligt er gewoon aan hoe groot de spin wordt.
Hier zie je een velletje van de
spin.
6. Soorten
spinnen
Er zijn twee groepen spinnen, spinnen die een
web maken om hun prooi te vangen en de spinnen die dat niet doen. De groep die
webben maakt heet de webspin, de kruisspin is bijvoorbeeld een webspin. Maar de
huisspin hoort bij de andere groep dat zijn de jachtspinnen die moeten gewoon
zonder web hun prooi vangen. Er zijn veel soorten jachtspinnen, bijvoorbeeld de
zebraspin die loopt op een muurtje, als hij dan een lekker beestje ziet springt
hij er bovenop.
7.Voeding
Spinnen leven van vlees,
bijvoorbeeld van kleine insecten of andere spinnen.Maar vogelspinnen eten ook
muizen, vogels en kleine slangen. Spinnen kunnen niet kauwen dus daarom zuigen
ze hun prooi leeg. Maar daarvoor moet hun prooi eerst vochtig zijn. Dat doen ze
met hun gifkaken. Ze bijten en dan wordt het beest van binnen lek geprikt en dan
is het ook meteen dood.
Je kunt in een
spinnenweb ook een leeggezogen insecten vinden
Maak jouw eigen website met JouwWeb